Je hebt een Raspberry Pi gekocht en wil er mee aan de slag. Hoe ga je te werk?
Een computer kan niks zonder een besturingssysteem. Dat moet je er dus op installeren. En dat gaat net even wat anders dan op een Windows-computer of een Mac. Het besturingssysteem voor een Pi staat namelijk op een micro sd-kaart.
Kopieer image naar sd-kaart
Allereerst: er zijn diverse ‘smaken’ besturingssystemen die je op de Pi kunt zetten. De uitgebreide uitleg daarvan kun je vinden op de website van de Raspberry Pi Foundation. Omdat ik het niet nodeloos ingewikkeld wil maken beperk ik me tot Raspbian. Dat is een versie van het Linux-OS Debian en is het officiële besturingssysteem van de Raspberry Pi Foundation.
Raspbian heb je in twee smaken: een mét een grafische interface en eentje zonder. Begin je net met een Pi? Kies dan voor Raspbian met Pixel (de grafische interface). Ben je wat meer ervaren, kies dan voor Raspbian Jessie Lite (alleen een command line interface, CLI).
Ik heb gekozen voor Raspbian Jessie Lite, omdat ik de Pi toch zonder beeldscherm en toetsenbord ga gebruiken en dus ook geen grafische interface nodig heb. Download de image en zet vervolgens deze image op de sd-kaart (dit wordt ook wel ‘flashen’ genoemd). Ik heb gebruik gemaakt van Etcher, een eenvoudige, gratis tool waarmee je dit snel en simpel kunt doen.
Volg eenvoudigweg de stappen die Etcher aangeeft. Als het kopiëren de image voor elkaar is, haal je de sd-kaart uit je computer en steek je die in de Pi. Sluit een toetsenbord, een beeldscherm en de voeding aan en je zal zien dat de Pi opstart. Heb je gekozen voor Raspbian Jessie Lite dan is het handig om de volgende configuratiestappen te doorlopen.
Configuratie van Raspbian
Stap 1: Start de configuratie van Raspbian vanaf de command line:
1 | sudo raspi-config |
Stap 2: Stel je toetsenbord, tijdzone en taal in.
Stap 3: Activeer de toegang via SSH. Ga naar Advanced Options → SSH. Hiermee kun je vanaf een andere computer inloggen op je Pi. Dat is bijvoorbeeld handig als je je Pi – zoals ik – zonder monitor en toetsenbord/muis wil gebruiken.
Stap 4: Maak alle beschikbare ruimte op je sd-kaart beschikbaar. Kies voor optie 1: Expand filesystem. Dit zorgt ervoor dat je alle ruimte op je sd-kaart kunt benutten.
Stap 5: Verander het standaardwachtwoord. Vanuit veiligheidsoverwegingen is dit altijd verstandig.
Stap 6: Verander de hostname. De hostname is de naam waarop de Pi in je netwerk zichtbaar is. Als je meerdere Pi’s hebt is het handig om ze op deze manier uit elkaar te kunnen houden.
Stap 7: Finish → Reboot.
Als de Pi opnieuw is opgestart is het tijd voor het aansluiten van de Pi op je wifi-netwerk.
Configureer toegang via wifi
Stap 1: Controleer of je wifi-dongle herkend wordt (sla deze stap over als je een Zero W hebt):
1 | iwconfig |
Als je iets als onderstaande terugkrijgt, dan is de dongle herkend. Let op de tekst: wlan0
.
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 | wlan0 IEEE 802.11bgn ESSID:"" Mode:Managed Frequency:2.437 GHz Access Point: 00:AA:00:AA:00:00 Bit Rate=72.2 Mb/s Tx-Power=20 dBm Retry short limit:7 RTS thr:off Fragment thr:off Power Management:off Link Quality=56/70 Signal level=-54 dBm Rx invalid nwid:0 Rx invalid crypt:0 Rx invalid frag:0 Tx excessive retries:0 Invalid misc:20741 Missed beacon:0 lo no wireless extensions. |
Stap 2: Pas het bestand aan waar de wifi-instellingen zijn opgeslagen:
1 | sudo nano /etc/wpa_supplicant/wpa_supplicant.conf |
Ga helemaal naar beneden en voeg vervolgens de volgende regels toe. Vul daar de juiste naam van je netwerk in en je wachtwoord:
1 2 3 4 | network={ ssid="Naam-van-je-netwerk" psk="Wifi-wachtwoord" } |
Stap 3: Sla het bestand op: Ctrl + X → Y → Enter.
Stap 4: Herstart. Start de Pi opnieuw met het volgende commando. Nadat de Pi is opgestart zul je zien dat je verbinding hebt gemaakt met je wifi-netwerk.
1 | sudo reboot |
Om te controleren of de verbinding daadwerkelijk tot stand is gekomen kun je controleren met dit commando. Bij ESSID zie je – als alles goed is gegaan – de naam van je netwerk.
1 | iwconfig |
Voor uitgebreidere informatie over het instellen van wifi op je Pi kun je hier kijken.
Updaten en bijwerken
Voordat je met de Pi aan de slag kunt is het verstandig eerste de laatste updates te installeren. Dat doe je met de volgende commando’s:
1 | sudo apt-get update |
Met dit commando ververs je de lijsten met wijzigingen.
1 | sudo apt-get upgrade |
Met dit commando installeer je de laatste updates. Type ‘Y’ wanneer je gevraagd wordt of je deze updates wil installeren.
Als dit proces is afgerond is het verstandig je Pi even opnieuw te starten. Daarna is je Pi klaar voor gebruik.
Lees verder in Deel 3: Home automation (domotica) met een Raspberry Pi Zero.