Deel 5: De blauwdruk voor mijn ‘Things’ en sensors

Het Internet of Things bestaat grotendeels uit apparaten die iets meten. Met behulp van sensors dus. Die sensors kunnen licht meten, temperatuur, vochtigheid, de hoeveelheid regen, en ga zo maar door. Het IoT bestaat ook uit apparaten die zelfstandig iets kunnen: een twitterbericht uitprinten via een bonnenprinter, een slot openen, een kachel aanzetten of bijvoorbeeld de rolluiken sluiten. Voordat je hiermee aan de slag gaat, is het slim om de vraag te stellen: wat wil je precies doen?

De blauwdruk

Voordat ik dieper inga op het aansluiten van de sensors en slimme apparaten die ik heb gebruikt of wil gaan gebruiken, leg ik uit welke sensors ik heb gekozen en waarom. Een soort blauwdruk dus van mijn plannen.

Sensors

Om te beginnen: de sensors. Een aantal zaken is niet alleen nuttig of leuk om te weten, het is ook de basis voor de automatisering van je huis. Ik wilde de volgende dingen weten:

  • De temperatuur
  • De luchtvochtigheid
  • De lichtintensiteit
  • De hoeveelheid koolmonoxide
  • Beweging in huis

Ik heb voor de temperatuur en de luchtvochtigheid voor een gecombineerde sensor gekozen. Het is de DHT22, een digitale sensor, die vrij nauwkeurig metingen verricht. Voor de lichtintensiteit heb ik gekozen voor de TSL2561, een sensor die niet alleen zichtbaar licht meet, maar ook infrarood licht. Ook dit is een digitale sensor.

Voor de koolmonoxide heb ik nog geen sensor in huis en ook de bewegingssensor is nog niet besteld. Ik wilde het niet meteen te ingewikkeld maken.

Automatisering

Als je sensors hebt die dingen meten, wil je ook dat op basis van die metingen iets wordt gedaan (een ‘proces’ wordt aangestuurd). In mijn geval is dat vrij eenvoudig: ik wil dat de lichten in mijn werkkamer aangaan, zodra de hoeveelheid licht onder een bepaalde lux-waarde komt. Aangezien ik geen Philips Hue-lampen wil aanschaffen – vanwege de pittige prijs voor alleen al een startset – moest ik een oplossing verzinnen voor mijn bestaande lampen.

Die oplossing heb ik gevonden in de KlikAanKlikUit-systemen (KaKu). Het systeem werkt vrij simpel: met een afstandsbediening kun je een speciale stekker aan- en uitzetten (en dus ook een lamp in- of uitschakelen). Ook zijn er bepaalde stekkers die lampen kunnen dimmen. Daarmee zijn je lampen ineens iets slimmer geworden. Maar hoe stuur je zo’n signaal naar een lamp als je geen afstandsbediening hebt? Sterker nog: hoe doe je dit geautomatiseerd? KaKu zelf heeft een speciaal basisstation (een bridge) die dit mogelijk maakt. Maar ik wil niet weer een apparaat erbij kopen dat niet met de andere apparaten praat.

Om toch de stekkers (en dus de verlichting) te kunnen bedienen kun je met de Raspberry Pi het signaal versturen naar de stekker. Dat signaal wordt op een bepaalde golflengte uitgestuurd. In het geval van de KaKu (en in heel veel andere gevallen, maar daarover later meer) is dat 433 Mhz. Voor de Pi heb je daar een handig setje voor: een 433 MHz-zender die je voor een prikkie kunt aanschaffen.

Platforms

Naast het 433 Mhz-platform waarop veel KaKu-producten werken, zijn er nog andere platforms. KaKu is eenrichtingsverkeer: een apparaat geeft niet aan of hij aan of uit staat. Wil je dat wel, dan is er ook tweerichtingsverkeer mogelijk. Dat werkt op een andere frequentie, 866 MHz. KaKu heeft deze producten ook, maar die zijn wel wat duurder.

Daarnaast is er het Z-Wave-platform, dat op weer een andere frequentie werkt (2,4 GHz). Ook zijn er platforms op basis van bluetooth, NFC, RFiD,  en ZigBee. En daarmee is de lijst nog lang niet compleet. Wederom: om het niet te moeilijk te maken, richt ik me in eerste instantie op het 433 Mhz-platform. Andere platforms komen misschien later aan bod.

ESP8266

Naast het zenden van signalen via speciale frequenties, is het ook mogelijk om via het wifi-netwerk signalen te versturen. En naast het 433 MHz-platform, wil ik me daar ook op richten. De reden: de apparaten waarmee je dit kunt doen zijn spotgoedkoop. Voor een paar dollar heb je een apparaat dat met je wifi-netwerk verbonden is en opdrachten kan ontvangen of versturen.

De basis is de ESP8266-chip: een chip met ingebouwde wifi-mogelijkheden. Een van mijn plannen is het namaken van een Philips Hue-lamp met behulp van deze chip en een LED-strip. Dat maakt het mogelijk om mijn zelfgebouwde Hue-lamp aan te sturen via HomeKit en Homebridge.

Tips en inspiratie

Hoe kun je voor jezelf bepalen wat je nodig hebt en beter nog: hoe kom je achter mogelijkheden die je zelf nog niet had bedacht? Hieronder een aantal websites die je inspiratie kunnen geven of waar je producten kunt bestellen. Het belangrijkste is eigenlijk dat er geen grenzen zijn en dat je je fantasie gebruikt. En dat is eigenlijk alleen maar heel erg leuk!

  • Kiwi Electronics – een uitstekende webwinkel met een ruim assortiment.
  • Adafruit – maker van veel producten, met veel aandacht voor projecten.
  • Hackaday – verzameling van projecten die tot de verbeelding spreken.
  • Raspberry Pi Foundation – verzameling van projecten op basis van de Pi.
  • Hackster.io – verzameling van projecten, van robots tot smart meubilair.

Lees verder in Deel 6: De DHT22-sensor aansluiten op de Raspberry Pi Zero.

Het Internet of Things – een introductie

Internet of Things

Het Internet of Things ontwikkelt zich stormachtig, maar wat is het nu precies? Hoe werkt het? En wat kun je er eigenlijk mee?

De term Internet of Things (IoT) stamt al uit 1985. Volgens Wikipedia werd de term voor het eerst gebruikt door Peter Lewis, die een toespraak hield bij de Amerikaanse FCC, de telecomwaakhond. In zijn toespraak zegt hij dat het Internet of Things…

… de integratie is tussen mensen, processen en technologie, met behulp van apparaten die met elkaar verbonden zijn en met sensoren die dergelijke apparaten kunnen aansturen en monitoren’. Peter Lewis

Dat klinkt nogal vaag, maar met een concreet voorbeeld wordt al snel duidelijk wat Lewis hiermee bedoelde. Stel je voor dat je een koelkast hebt die met het internet verbonden is. Je pakt een pak melk uit de koelkast, schenkt een glas in en gooit het lege pak vervolgens weg. De koelkast registreert dat de melk op is en bestelt via internet zelfstandig een nieuw pak melk bij bijvoorbeeld de supermarkt. 

De koelkast (de technologie, het ‘ding’) bestelt zelfstandig (het proces) een pak melk, omdat je de laatste melk hebt opgemaakt (mens).

Nu is dat nogal een triviaal voorbeeld. Waarom zou je dit willen? Wat is de toegevoegde waarde? Die vraag heb ik mezelf ook meermaals gesteld. Daar kwam bij dat de technologie enkele jaren terug nog best prijzig was en mijn kennis van hardware beperkt was.

Toch heb ik besloten me eens te verdiepen in de wereld van het Internet of Things, nadat de Raspberry Pi Foundation een nieuwe ‘minicomputer’ op de markt bracht, die slechts 5 euro kost. In een reeks blogs leg ik uit wat ik heb gedaan en hoe ik mijn eigen ‘Internet der Dingen’ heb opgezet. Bovendien ga ik in op de praktische toepassing ervan. Ook geef ik bij elk onderwerp de noodzakelijke codes, commando’s, configuratie-instellingen en links naar handige websites.