Deel 3: Home automation (domotica) met een Raspberry Pi Zero

Zoals ik al in de introductie schreef had ik altijd zo mijn bedenkingen bij zelfdenkende koelkasten of slimme thermometers die je een push-bericht sturen als de kip in de oven gaar is. Tot ik bij een vriend langs ging die nuttige toepassingen had bedacht. Home automation, ook wel domotica genoemd.

De toepassing van slimme apparaten in huis

Slimme apparaten kunnen het leven makkelijker maken. Ze kunnen bijvoorbeeld met één klik op de knop je hele huis ‘instellen’ als je lekker een filmpje wil kijken. Maar het draait niet alleen om home automation. Slimme apparaten kunnen je huis veiliger maken of zorgen voor energiebesparing. De basis voor al die apparaten wordt gelegd met sensors.

Sensors meten bijvoorbeeld de lichtintensiteit (lux-waarde) en het systeem kan vervolgens op basis daarvan besluiten de lichten in huis aan of uit te zetten. Zo blijft er nooit een lamp branden als de zon fel schijnt. Een ander voorbeeld is het inschakelen van de centrale verwarming als een sensor registreert dat de temperatuur in huis onder de 19°C is én een andere sensor registreert dat er mensen in het huis zijn. En dit is nog maar het topje van de ijsberg.

Nest Thermostaat
Persfoto van de Nest Thermostaat, via: https://nest.com/nl/press/#product-images

Ik besloot dat ik ook wel eens wilde kijken hoe ik mijn huis ‘smart’ kon maken.

Welk systeem kies je?

Er zijn allerlei verschillende systemen om je huis slim te maken. Als Apple-liefhebber was ik op de hoogte van HomeKit – een app van Apple die het mogelijk maakt om vanaf je iPhone of iPad de home automation aan te sturen. Het is met HomeKit bijvoorbeeld mogelijk om de Hue-lampen van Philips te gebruiken.

Er zijn tientallen aanbieders van slimme producten die je met een app op je telefoon kan aansturen. Om er een paar te noemen: Elgato, Philips, KlikAanKlikUit en bijvoorbeeld NEST.

Er is echter een aantal grote nadelen. De wirwar van aanbieders zorgt ook voor een wirwar van apps op je telefoon. Bovendien ‘praten’ niet alle systemen met elkaar, omdat ze met verschillende protocollen werken. Daarnaast zijn deze systemen vaak niet goedkoop en in sommige gevallen worden ze niet (volledig) ondersteund door HomeKit.

Enter Homebridge. Homebridge is een gratis softwarepakket dat ontwikkeld is om met HomeKit slimme apparaten aan te sturen. En dan hebben we het niet alleen over de slimme lampen van Philips of de schakelaars van KlikAanKlikUit of Toon, de slimme thermostaat. We hebben het dan ook over zelfgebouwde apparaten of sensors. Bovendien maakt Homebridge het mogelijk om apparaten die eigenlijk niet door HomeKit worden ondersteund tóch te gebruiken. En dan wordt home automation plots erg interessant.

Mijn eigen Internet of Things

Ik besloot de Raspberry Pi Zero, die ik in een opwelling had gekocht toen ik de Zero W bestelde, te gaan gebruiken om mijn eigen Internet der Dingen op te tuigen en mijn huis – samen met mijn telefoon – ‘smart’ te maken. Nu woon ik een huis uit begin 20e eeuw, waardoor ik bijvoorbeeld geen centrale verwarming heb. Dat beperkt mijn mogelijkheden. Anderzijds is het een extra uitdaging om zelfs een oud huis slimmer te maken door zelf nieuwe oplossingen te bedenken.

Ik heb de keuze gemaakt voor een Raspberry Pi Zero, Homebridge en Apple’s HomeKit, maar er zijn natuurlijk diverse andere softwarepakketten en minicomputers waarmee je hetzelfde kunt bereiken. In deze serie blogs wil ik laten zien hoe ik mijn eigen Internet der Dingen vormgeef. Tegelijkertijd fungeert het blog als een soort logboek waarin ik vastleg tegen welke problemen ik aanloop en welke oplossingen ik heb gevonden. Ik hoop dat ik daarmee ook anderen kan helpen die tegen dezelfde problemen aanlopen.

Lees verder in Deel 4: Installeren Homebridge op Raspberry Pi Zero

Het Internet of Things – een introductie

Internet of Things

Het Internet of Things ontwikkelt zich stormachtig, maar wat is het nu precies? Hoe werkt het? En wat kun je er eigenlijk mee?

De term Internet of Things (IoT) stamt al uit 1985. Volgens Wikipedia werd de term voor het eerst gebruikt door Peter Lewis, die een toespraak hield bij de Amerikaanse FCC, de telecomwaakhond. In zijn toespraak zegt hij dat het Internet of Things…

… de integratie is tussen mensen, processen en technologie, met behulp van apparaten die met elkaar verbonden zijn en met sensoren die dergelijke apparaten kunnen aansturen en monitoren’. Peter Lewis

Dat klinkt nogal vaag, maar met een concreet voorbeeld wordt al snel duidelijk wat Lewis hiermee bedoelde. Stel je voor dat je een koelkast hebt die met het internet verbonden is. Je pakt een pak melk uit de koelkast, schenkt een glas in en gooit het lege pak vervolgens weg. De koelkast registreert dat de melk op is en bestelt via internet zelfstandig een nieuw pak melk bij bijvoorbeeld de supermarkt. 

De koelkast (de technologie, het ‘ding’) bestelt zelfstandig (het proces) een pak melk, omdat je de laatste melk hebt opgemaakt (mens).

Nu is dat nogal een triviaal voorbeeld. Waarom zou je dit willen? Wat is de toegevoegde waarde? Die vraag heb ik mezelf ook meermaals gesteld. Daar kwam bij dat de technologie enkele jaren terug nog best prijzig was en mijn kennis van hardware beperkt was.

Toch heb ik besloten me eens te verdiepen in de wereld van het Internet of Things, nadat de Raspberry Pi Foundation een nieuwe ‘minicomputer’ op de markt bracht, die slechts 5 euro kost. In een reeks blogs leg ik uit wat ik heb gedaan en hoe ik mijn eigen ‘Internet der Dingen’ heb opgezet. Bovendien ga ik in op de praktische toepassing ervan. Ook geef ik bij elk onderwerp de noodzakelijke codes, commando’s, configuratie-instellingen en links naar handige websites.